Vanaf 1 januari 2026 gaat de nieuwe cao voor uitzendkrachten in en die zet de manier waarop we de kostprijs berekenen flink op zijn kop.

Het gevolg? Hogere kosten, meer administratie en best wat vragen in de flexbranche. Maar voor we in paniek raken: laten we rustig bekijken wat er precies verandert, waarom dat gebeurt en vooral: hoe je er slim mee omgaat.

Wat verandert er precies in 2026?

Het sleutelwoord is gelijk(waardig)e beloning. Waar we tot nu toe werkten met de inlenersbeloning, komt er nu een stap bovenop: alle arbeidsvoorwaarden van de inlener worden één-op-één of gelijkwaardig toegepast op de flexmedewerker.

Concreet betekent dit:

  • Essentiele arbeidsvoorwaarden: Heeft een inlener 30 vakantiedagen? Dan krijgt de flexmedewerker er ook 30. Niet meer rekenen met standaardpercentages, maar per inlener en per regeling bekijken wat van toepassing is.
  • Niet essentiële arbeidsvoorwaarden: Denk aan sportschoolabonnementen, fiets-van-de-zaak of een duurzaamheidsregeling. Ook deze voordelen moeten worden doorgegeven aan de flexmedewerker of gecompenseerd worden.
  • Pensioenpremie: StiPP blijft het standaardpensioen, maar als de inlener een hogere werkgeverspremie heeft, moet dat verschil aan de flexkracht worden vergoed.
  • Ziekte: Geen standaard wachtdag en 90%-betaling meer, maar kijken naar wat bij de inlener geldt. Werkt een flexmedewerker bij meerdere klanten, dan kan dat dus per situatie verschillen.

Het idee hierachter is eerlijkheid: gelijke voorwaarden voor iedereen die hetzelfde werk doet. Maar het vraagt wél om veel meer administratie per inlener en een goede onderbouwing voor de uiteindelijke kostprijsberekening.

Wat zit er eigenlijk in de kostprijs verwerkt?

Veel mensen denken: de kostprijs is het loon plus een beetje marge. In werkelijkheid zit er veel meer achter:

  • Brutoloon: Het afgesproken uurloon van de flexmedewerker.
  • Reserveringen: Voor vakantiedagen, feestdagen en kort verzuim – vanaf 2026 volledig gebaseerd op de afspraken bij de inlener.
  • Toeslagen en overwerk: Alles wat extra uitbetaald wordt, zoals ploegendiensten of onregelmatige uren.
  • Vakantiegeld en eindejaarsuitkering: Inclusief bonussen, winstdeling en andere extra’s – ook hier geldt weer: volgens de regeling bij de inlener.
  • Pensioenpremie: StiPP-premie voor de werkgever gaat van 8% naar 15,9%. Bij een hogere premie bij de inlener moet het verschil worden gecompenseerd.
  • Sociale lasten en verzekeringen: WW, WIA, Ziektewet, zorgverzekeringswet en de Whk-premie die in 2026 stijgt.
  • Eigen organisatiekosten: De administratie, HR, salarissoftware – vaak doorberekend in de kostprijs.
  • Bureaumarge: Bovenop alle verplichte kosten komt onze marge. Dit scheelt personeelskosten voor je, omdat je geen eigen backoffice, juridisch en administratieve medewerkers hoeft aan te nemen. Wij regelen jouw backoffice goed en blijven investeren in kwaliteit en service.

Het is dus een hele optelsom van kosten en verplichtingen. Als je dat weet, klinkt een stijging van de kostprijs al wat logischer.

Administratieve uitdagingen: hoe ga je ermee om?

Het berekenen van de nieuwe kostprijzen wordt vanaf 2026 een stuk complexer. Niet omdat het technisch niet kan, maar omdat je per klant veel meer informatie moet verzamelen en verwerken:

  • Alle verlofregelingen moeten bekend zijn, inclusief afwijkende regelingen binnen dezelfde organisatie.
  • Exotische arbeidsvoorwaarden moeten worden omgerekend naar een financiële waarde. Wat kost een sport abonnement of personeelskorting eigenlijk per uur?
  • Pensioencompensatie moet per inlener worden berekend en verwerkt in de kostprijs.
  • Ziekteregelingen moeten duidelijk zijn per inlener en correct worden toegepast bij verzuim.

Een logische bijkomstigheid is natuurlijk dat al deze informatie ook helder en duidelijk wordt vastgelegd op loonstroken en in uitzendbevestigingen. Er is in dit proces geen ruimte voor vaagheden dus.

Waarom dit geen ramp hoeft te zijn?

Ja, de kostprijs gaat omhoog. Ja, er komt meer administratie bij kijken. Maar er zijn ook voordelen:

  1. Transparantie richting inleners en flexmedewerkers: iedereen weet waar hij of zij aan toe is.
  2. Eerlijke beloning zorgt voor tevreden flexmedewerkers én minder discussie achteraf.
  3. Sterkere klantrelaties: door nu duidelijk te communiceren en samen te inventariseren, laat je zien dat je grip hebt op de situatie.
  4. Flexibele inzet van medewerkers blijft voor veel inleners belangrijk, waardoor je een voorsprong blijft houden op ‘eigen’ medewerkers.

En met de juiste tools en voorbereiding is het straks een kwestie van processen stroomlijnen.

En wat kun je nú doen om voorbereid te zijn?

  • Breng alle arbeidsvoorwaarden per inlener in kaart – hoe eerder je dat doet, hoe minder verrassingen in januari.
  • Praat met je inleners – bereid ze voor op de veranderingen en de nieuwe tarieven.

De winst zit in goed werkgeverschap

Uiteindelijk gaat dit allemaal niet alleen over kosten, maar ook over goed werkgeverschap. Door eerlijk en transparant te zijn over tarieven, arbeidsvoorwaarden en afspraken, bouw je vertrouwen op. En dat betaalt zich terug – niet alleen in tevreden inleners en flexmedewerkers, maar ook in minder gedoe en meer rust in je organisatie.

Conclusie: het wordt druk, maar jij hebt de regie

De kostprijs 2026 brengt verandering, dat is duidelijk. Maar paniek is nergens voor nodig. Met een goede voorbereiding, duidelijke communicatie en de juiste hulpmiddelen hou je de regie.

Het kost misschien meer tijd om alles goed in te richten, maar uiteindelijk zorgt het voor meer duidelijkheid en een eerlijkere verdeling voor iedereen.

Vragen?

Wil je weten wat de nieuwe cao 2026 precies voor jouw uitzendbureau betekent en hoe je je kostprijzen slim onder controle houdt? Neem contact met ons op. Zo ben je goed voorbereid en houd je grip op je marge. BackOfficer regelt het gewoon. We maken graag kennis met je! Bel 085-0761410 of stuur een mailtje naar info@backofficer.nl