Vanaf 1 januari 2026 gaat er weer genoeg veranderen in de flexbranche. Deze veranderingen in de flexbranche per 2026 zorgen voor nieuwe regels, vernieuwde afspraken en hier en daar wat extra administratie waar niemand om vroeg, maar waar we wel mee te maken krijgen. Handig om te weten wat er aankomt, zodat je straks niet achter de feiten aanloopt.
En precies daar ligt jouw voordeel. Want wie snapt wat er verandert, kan sneller schakelen en slimmer keuzes maken.

Het totaalpakket aan arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten verandert, of het nu gaat om loon, werktijden of andere extra’s. Deze voorwaarden moeten minimaal gelijkwaardig zijn aan die van vaste medewerkers bij de opdrachtgever. Daarnaast heeft een zieke flexmedewerker recht op doorbetaling van het loon volgens de regels van de opdrachtgever. Met de komst van de nieuwe cao voor uitzendkrachten verdwijnt vanaf 1 januari 2026 de inlenersbeloning.
Vanaf 1 januari 2025 ging de belastingdienst controleren of een zzp’er ook echt een zelfstandig ondernemer is. Op deze manier wil de belastingdienst schijnzelfstandigheid tegengaan. Want als je als zzp’er hetzelfde werk doet als iemand in loondienst, dan moeten er voor deze medewerker sociale premies en belastingen betaald worden. Door de vele vragen heeft de belastingdienst het jaar 2025 als ‘overgangsjaar’ bestempelt. Maar op 1 januari 2026 is het ‘overgangsjaar’ voorbij. Hierdoor zal er door de belastingdienst worden gehandhaafd op de Wet DBA.
Vanaf 1 januari 2026 gaat het wettelijk minimumuurloon omhoog naar € 14,71 voor werknemers van 21 jaar en ouder. Ook de jeugdloonbedragen stijgen mee.
Heb je werknemers van 56 jaar of ouder in dienst, vanaf 1 januari 2026 ontvang je geen loonkostenvoordeel meer. Dit geldt voor werknemers die op of na 1 januari 2024 in dienst zijn gekomen. Voor werknemers die zijn begonnen vóór 1 januari 2024 blijft het loonkostenvoordeel wel gewoon gelden.

Met een arbeidsbeperkte werknemer in dienst ontvang je loonkostenvoordeel zolang de werknemer bij je in dienst is. Voorheen had je tot maximaal 3 jaar recht op loonkostenvoordeel. Ook is een speciale verklaring van het UWV niet meer nodig om loonkostenvoordeel te ontvangen.
In 2026 staat er veel te veranderen qua wetgeving, maar 2027 heeft ook nog wat verrassingen op de plank liggen. Zo heb je onder andere komst van de nieuwe wet: Wtta. Vanaf 2027 is officiële toelating verplicht voor iedereen die arbeidskrachten ter beschikking stelt (uitzendbureaus, detacheerders, payroll, zzp’ers, buitenlandse partijen). Maar ook de wet meer zekerheid flexwerkers moet ervoor zorgen dat er meer duidelijkheid en zekerheid is voor flexmedewerkers. Een deel van deze wet zal al in werking treden in 2026, maar in 2027 wordt deze volledig uitgerold.