Stipp pensioen uitzendkrachten – hoe zit dat ook weer?

Historie
Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP) voert de pensioenregelingen in de flexbranche uit. Pensioen maakt sinds de invoering van de CAO voor Uitzendkrachten van 1999-2003 onderdeel uit van de arbeidsvoorwaarden tussen de uitzendonderneming en de uitzendkracht. Sinds 1 januari 2004 is StiPP een verplichtgestelde pensioenregeling voor de gehele bedrijfstak. De sociale partijen die StiPP hebben opgericht en die pensioenovereenkomsten in de flexbranche sluiten die StiPP namens hen uitvoert zijn de ABU, NBBU, FNV, CNV, De Unie en LBV.

Verplichtstellingsbesluit
Het deelnemen in de Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten is verplicht gesteld voor uitzendkrachten van 21 jaar of ouder die op basis van een uitzendovereenkomst 26 weken of langer werkzaam zijn voor één uitzendonderneming. Onder een uitzendonderneming wordt volgens het verplichtstellingsbesluit een natuurlijk of rechtspersoon verstaan die voor ten minste 50% van het totale premieplichtig loon op jaarbasis uitzendkrachten ter beschikking stelt van (uitzendt naar) opdrachtgevers. StiPP voert een aansluit- en handhavingsbeleid op deze verplichtstelling waarmee zij ervoor zorgen dat werkgevers die niet zijn aangesloten bij StiPP maar wel onder de werkingssfeer van de verplichtstelling vallen, zich aansluiten bij het fonds. Dit doet StiPP door het handelsregister van de KvK en het WAADI-register te raadplegen en door het laten uitvoeren van controles in opdracht van StiPP door de Stichting Naleving Cao Uitzendkrachten (SNCU) op de verplichte aansluiting.

Pensioenregelingen
Zoals hierboven is uitgelegd, bouwt een uitzendkracht pensioen op na 26 gewerkte weken (Fase A) bij een uitzendonderneming. Deze 26 weken wordt ook wel ‘wachttijd’ genoemd, in deze eerste 26 weken bouwt een uitzendkracht geen pensioen op. Deze gewerkte weken hoeven elkaar niet direct op te volgen. Voor de telling van de 26 gewerkte weken wordt een onderbrekingstermijn van 52 weken gehanteerd. Een uitzendkracht kan er dus jaren over doen om te voldoen aan deze 26 gewerkte weken.

StiPP heeft twee soorten regelingen, de Basisregeling en de Plusregeling. Uitzendkrachten bouwen na 26 gewerkte weken maximaal 52 weken pensioen op in de Basisregeling, dus vanaf 27 gewerkte weken tot 78 gewerkte weken. Daarna (Fase B en C) volgt automatisch pensioenopbouw in de Plusregeling. Hierbij geldt dat als de uitzendkracht deelnemer is van de Basisregeling of de Plusregeling en hij of zij gaat werken bij een ander uitzendbureau met een onderbreking van 52 weken of langer, hij of zij opnieuw moet voldoen aan de 26 gewerkte weken voordat hij of zij in de Basisregeling kan deelnemen. Als de uitzendkracht deelnemer is van de Plusregeling en hij of zij gaat werken bij een ander uitzendbureau met een onderbreking van minder dan 26 weken, dan blijft hij deelnemen aan de Plusregeling. Bij een onderbreking van minimaal 26 weken tot maximaal 52 weken neemt de uitzendkracht opnieuw deel aan de Basisregeling.

De pensioenleeftijd in de Basisregeling en in de Plusregeling is 67 jaar. De uitzendkracht betaalt in de Basisregeling geen premie, het uitzendbureau neemt deze geheel voor zijn rekening, 2,6% over het brutoloon. De premie voor de deelnemer in de Plusregeling verschilt per leeftijdsgroep. Cao-partijen zijn overeengekomen dat de doorsneepremie maximaal 12% bedraagt van de pensioengrondslag. De pensioengrondslag is het gedeelte salaris waarover een uitzendkracht pensioen opbouwt. De uitzendkracht betaalt 4% en het uitzendbureau 8%. Daarnaast is de uitzendkracht in de plusregeling gedurende zijn dienstverband automatisch verzekerd voor een nabestaandenvoorziening en voortzetting van pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid.

Arbeidsmigranten
Per 30 december 2019 zijn de cao’s van de ABU en de NBBU geharmoniseerd. Als gevolg daarvan is de pensioenopbouw voor arbeidsmigranten, waarbij sprake is van uitruil van arbeidsvoorwaarden, verbeterd. Ook over het uitgeruilde loon wordt nu pensioen opgebouwd.

Payroll, de WAB en pensioen
Tot 1 januari 2021 vallen payrollkrachten onder de verplichte pensioenregeling bij StiPP, vanaf 1 januari 2021 hoeven payrollbedrijven zich niet meer verplicht aan te sluiten bij StiPP. Payrollkrachten kunnen daardoor met ingang van 1 januari 2021 geen pensioen meer opbouwen bij StiPP. Dit is het gevolg van de WAB. Voor de komst van de WAB werd payrolling namelijk door de Hoge Raad in 2016 juridisch gelijkgesteld met uitzenden. Payrollbedrijven moesten zich daardoor vanaf 2016 ineens verplicht aansluiten bij StiPP. Daarom is de wet gewijzigd, met de komst van de WAB is er juridisch verschil gemaakt tussen payrolling en uitzenden door payrolling in de wet te definiëren. Door deze wetswijziging vallen payrollovereenkomsten vanaf 1 januari 2021 niet meer onder de CAO voor Uitzendkrachten en zijn zij vanaf 1 januari 2021 ook niet meer verplicht om zich bij StiPP aan te sluiten. Payrollwerknemers hebben op grond van de WAB recht op een ‘adequaat’ pensioen, het pensioen van StiPP is in verband met de wachttijd van 26 weken niet toereikend. In de praktijk betekent dit dat payrollbedrijven zich moeten aansluiten bij een regeling of sector van de inlener. Als dat niet mogelijk is, dan zullen zij zelf moeten zorgen voor een adequate pensioenregeling.

Heb je meer praktische vragen en wil je telefonisch overleg, dan kun je natuurlijk ook contact met ons opnemen – info@backofficer.nl of direct met Backofficer op +31 (0)85 0761 410

 

 
 

Meet your BackOfficer

Wij zijn er. Altijd. Fysiek op afstand, maar gevoelsmatig heel dichtbij. De pro waar jij in jouw strijd om marktaandeel onvoorwaardelijk op kunt bouwen. Van wie jij binnen een paar dagen na onze kennismaking zult zeggen: ‘Had ik jullie maar eerder ontmoet!’